Hervorming van Toezicht: Advocatuur Onder Onafhankelijk Landelijk Toezicht

De advocatuur staat op het punt om onder toezicht te komen van één onafhankelijke landelijke toezichthouder. Minister voor Rechtsbescherming, Franc Weerwind, heeft zijn plannen voor deze nieuwe toezichthouder gedeeld met de Tweede Kamer. Momenteel valt het toezicht nog onder de verantwoordelijkheid van de 11 dekens, advocaat-bestuurders van de lokale ordes van advocaten. Minister Weerwind wil deze toezichtstaak overdragen aan een nieuw te vormen Onafhankelijke Toezichthouder Advocatuur (OTA), die toezicht zal houden en handhaven op alle in Nederland ingeschreven advocaten, onafhankelijk van zowel de overheid als de beroepsgroep.

Minister Weerwind: “Advocaten vervullen een onmisbare rol in onze rechtsstaat. Zij vormen een essentiële toegang tot het recht. Als samenleving moeten we erop kunnen vertrouwen dat advocaten deze bijzondere rol waarmaken, inclusief alle bijbehorende rechten en plichten. Daarom is het van belang om adequaat toezicht uit te oefenen op de advocatuur. De actualiteit maakt bovendien duidelijk dat de beroepsgroep onder hoge druk staat. Met de Onafhankelijke Toezichthouder Advocatuur komt er centraal en helder toezicht. In de organisatie van de toezichthouder is een zorgvuldige balans gevonden tussen onafhankelijkheid van de advocatuur en van de overheid, en inhoudelijke kennis van toezicht en advocatuur.”

De nieuwe toezichthouder krijgt een onafhankelijke positie ten opzichte van de overheid. De minister zal geen rol spelen in benoemingen, begrotingsvaststelling en dagelijkse gang van zaken, en besluiten van de OTA kunnen niet door Koninklijk Besluit worden vernietigd. Het bestuur van de toezichthouder kan autonoom beslissen over personeel, financiën, huisvesting en ICT. Bovendien krijgt de toezichthouder de bevoegdheid om tuchtklachten in te dienen bij de tuchtrechter of boetes en dwangsommen op te leggen. Advocaten kunnen zich niet beroepen op hun geheimhoudingsplicht ten opzichte van de toezichthouder, aangezien deze zelf een vergelijkbare geheimhoudingsplicht en verschoningsrecht krijgt.

De OTA wordt een orgaan van de publiekrechtelijke beroepsorganisatie de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA). Ondanks deze verbondenheid zal de toezichthouder zijn werk onafhankelijk van de advocatuur uitvoeren. Het bestuur van de toezichthouder zal bestaan uit vijf personen, waarvan de meerderheid en de voorzitter geen advocaat zijn. Deze bestuursleden worden benoemd door een adviescommissie, samengesteld uit vertegenwoordigers van de advocatuur, wetenschap of toezicht, en een lid van een Hoog College van Staat. Het bestaande College van Toezicht zal van rol en samenstelling veranderen, met de algemeen deken die geen deel meer uitmaakt van het college. In plaats daarvan zal het College van Toezicht bestaan ​​uit drie door de Kroon benoemde leden, die in het openbaar verslag zullen uitbrengen over het beleid en de algemene gang van zaken van de OTA.

Om informatie, signalen en klachten over advocaten te centraliseren, krijgt de OTA één centraal meldpunt. Klachten worden vervolgens doorverwezen naar lokale dekens voor verdere afhandeling. Wetgeving zal regelen dat de toezichthouder en lokale dekens informatie met elkaar mogen uitwisselen voor klachtbehandeling. Lokale dekens behouden daarnaast hun rol als voorzitter van de lokale orde van advocaten en als vertrouwenspersoon, naast het verstrekken van voorlichting aan advocaten.

Bij de ontwikkeling van dit voorstel heeft minister Weerwind advies ingewonnen bij drie hoogleraren en gesprekken gevoerd met verschillende belanghebbenden, waaronder de NOvA en de lokale dekens. Het voorstel zal binnenkort verder worden uitgewerkt in wetgeving, waarbij de minister in overleg is met de advocatuur over de overgang naar het nieuwe toezichtsysteem.